BLOG

Roddelen kan echt niet

23 september 2024

Het is de week tegen het pesten. Vandaag op het jeugdjournaal verscheen een item over roddelen. Onze groep 8 doet altijd graag mee aan de stelling na afloop van het jeugdjournaal. Met deze keer de stelling: “kinderen die roddelen moeten straf krijgen”.

Inmiddels zijn ze kinderen gewend dat ze bij ons niet wegkomen met ‘eens’ of ‘oneens’. Graag horen we een onderbouwing. De meerderheid koos via ‘eens’ voor het straffen van roddelaars, dus daar hoorde ik graag een onderbouwing op.


Die luidde ‘roddelen is vervelend voor diegene die het overkomt, dus dat moet stoppen’. Kijk, daar kun je het niet mee oneens zijn, toch? We zouden op basis van die onderbouwing op ‘eens’ kunnen drukken als klas, maar wacht even.. zullen we even verder kijken?


Het stoppen van roddelen is het juiste doel, maar is het straffen dan wel het juiste middel? Daarvoor zouden we eerst moeten kijken waar roddelen eigenlijk vandaan komt. Tijd dus voor een les over de menselijke psyche.


Roddelen heeft een functie. Het versterkt de band tussen mensen die roddelen. Het geeft een gevoel van bij elkaar horen. Dat willen we graag. Maar het gaat ten koste van het onderwerp van roddel. Dat willen we niet. Dus gaat het erom te gaan zoeken naar andere manieren om iedereen het gevoel te geven ergens bij te mogen horen.


Deel twee van de les ging over dat iedereen ook graag gezien wordt. Om gezien te worden, wil je groot(s) zijn. Zelfverzekerde kinderen doen dat door goed hun best te doen op school, door iets te doen voor anderen. Zij stijgen dan zelf. Maar kinderen die minder in hun vel zitten of niet in zichzelf geloven, proberen groter te worden door anderen kleiner te maken. En voilà, dan zijn we bij roddelen en pesten.


Terug naar de stelling. Nu we weten waar roddelen en pesten vandaan komt, denken we dan nog steeds dat straffen het beste idee is? De klas ziet in; dat kan anders. We kunnen iemand die het nodig heeft, een keer een compliment geven. Een sfeer in de klas scheppen waarin we elkaar helpen te groeien zodat niemand de behoefte voelt om een ander naar beneden te halen.


En dus… klikten we op ‘oneens’


Deel dit verhaal

Verder lezen

andere artikelen

8 april 2025
een methode die werkt
4 april 2025
Orde in de klas. Een thema waar iedere leerkracht mee te maken krijgt en waar startende leerkrachten vaak de meeste moeite mee hebben. Gelukkig zijn er tal van klassenmanagement-tools die je daarbij kunnen helpen. Zodat de leerlingen netjes doen wat jij zegt en het rustig blijft in de klas. Ben je het hiermee eens, vooral met deze laatste zin, lees dan niet verder… Orde en rust in de klas lijkt voor de meeste leerlingen en leerkrachten fijn en helpend, maar kijk eens ietsje verder. Is er echt rust? En belangrijker; hoe is die rust tot stand gekomen en is er welbevinden? Want dát is een veel betere voorspeller voor een fijne klas en uiteindelijk voor leerresultaten. Politiestaat Vergelijk het maar eens met vrijheid. Dat is wat we wel graag willen in ons land. Voor vrijheid is echter ook veiligheid nodig, toch? Voor veiligheid hebben we politie en justitie. Voor méér veiligheid zouden we ook meer politie en toezicht kunnen instellen. Trekken we dat door, dan komen we in een politie- en surveillance-staat; superveilig (voor wie geen kwaad in de zin heeft), maar dan is het oorspronkelijke doel – Vrijheid – verloren gegaan. Terug naar de klas en de tools die leerkrachten hanteren; stiltegebaren, stoplichten, timers, klassenregels, beloningen voor goed gedrag, straffen bij overtredingen, escalatieladders. Voelt toch een beetje als een politiestaat of niet? Gehoorzaamheid of zelfsturing? Wat leren we kinderen als we hun gedrag op die manier sturen? Gehoorzaamheid. Is dat wat we ze wíllen leren? Of hebben we in de wereld van morgen kritische denkers en zelfsturende mensen nodig die op basis van een stevig moreel kompas in iedere situatie de juiste keuzes kunnen maken, voor henzelf en de maatschappij? Mensbeeld ‘Ja maar’ – hoor ik je denken. ‘Leerlingen hebben duidelijkheid nodig en grenzen en je kunt ze toch niet zomaar….’. Daarmee raak je direct aan het wereld- en mensbeeld waarmee we deze maatschappij en het onderwijs hebben ingericht: de mens zou inherent ‘slecht’ zijn. Hij moet de juiste kant op geduwd (straf) of getrokken (beloning) worden. Maar wat als.. ieder mens gewoon behoeften heeft en ieder mens graag anderen tegemoetkomt wanneer hun eigen behoeften bevredigd zijn. Dit stelt de Amerikaanse psycholoog Marshall Rosenberg in zijn model voor ‘geweldloze communicatie’ (ook wel verbindende communicatie). Zelfdeterminatietheorie En wat zijn die behoeften dan waaraan voldaan moet worden om de beste kant van de mens naar boven te laten komen? Daar heeft de psychologie al ruim 20 jaar een antwoord op. Deci &Ryan stellen in hun Zelfdeterminatietheorie (ZDT) dat ieder mens drie psychologische basisbehoeften heeft; Autonomie, Verbondenheid, Competentie. En nee, dat dat staat niet gelijk aan ‘laat ze doen wat ze willen, bedek het met de mantel der liefde en maak het ze niet te moeilijk.’ Wat het wel is? Daar gaan we dieper op in in volgende artikelen. Orde en rust zijn dus ten eerste niet heilig en ten tweede ook te bereiken via andere wegen dan drang, dwang en ‘gedrilde’ leerlingen. Schoolregels moet je kunnen uitleggen en je zou er regelmatig met de leerlingen op moeten reflecteren (levert deze regel datgene op waar die voor bedoeld is, vinden we dat doel überhaupt nog nuttig?). Met klassenregels ga je spaarzaam om, je maakt ze samen en niet alleen in de gouden weken, maar het hele schooljaar kijk je met elkaar wat nog werkt en wat nog nodig is. Maar bovenal creëer je in een klas een sfeer van gelijkwaardigheid waarbinnen ieder kind voorzien wordt in zijn of haar behoeften; je zult merken dat je dan nog maar heel weinig regels nodig hebt. 
6 januari 2025
Waarom doe je de dingen die je doet? Dat is een vraag waar we eigenlijk vrijwel nooit écht bij stilstaan. Maar wat als de dingen die je doet, leren in de weg staat of voorkomt dat je boodschap overkomt. Dan zijn er vaak genoeg externe factoren, die een verklaring kunnen bieden: ouders die geen steun kunnen bieden, het kind heeft een lage intelligentie of een stoornis, de school staat in een achterstandswijk en ga zo maar door. Ik heb gemerkt dat het erg gemakkelijk is om te schermen met deze externe factoren. En zo heb ik, al mijn goede bedoelingen ten spijt, kinderen gekweekt die afhankelijk zijn van externe input om gedrag te sturen. Door er straf tegenover te zetten: “Als je je huiswerk niet maakt, dan blijf je even na schooltijd zitten om het te maken.” of “Als het niet op tijd stil is in de klas, krijgen jullie een dictee.” Door te belonen: “Als jullie nu heel erg je best doen, dan houden we tijd over om naar buiten te gaan.” of “Als je groepje genoeg herinneringskaartjes overhoudt, dan mogen jullie naar een filmpje op het digibord kijken.” En… het werkt! Kinderen leveren hun huiswerk keurig in, zijn sneller stil, werken hard en taakgericht. Totdat de straf vergeten is of de beloning niet (langer) gekoppeld is aan de activiteit van het moment. En dan blijkt dat die externe input ook nodig wordt om sociaal gedrag bij te sturen. Conflicten gaan de boventoon voeren, scheldwoorden en klappen worden uitgewisseld. Er wordt gepraat, gesoebat en gestraft. Ouders worden uitgenodigd voor een gesprek op school. Gedragscontracten worden opgelegd. En… het werkt! Kinderen letten op school op hun woorden en houden hun handen thuis. Totdat school uit is en social media een perfecte uitlaatklep blijkt te zijn. Totdat de dreiging van straf afneemt of het gedragscontract verloopt. Ja, ik heb het over zo’n klas. Zo’n klas waar vrijwel iedere leerkracht er in zijn loopbaan een of meerdere van krijgt. Een klas waar elke interventie die je pleegt, geen blijvend effect lijkt te hebben. Een klas waarover door veel mensen wordt gepraat: door de leerkracht, de directeur, de intern begeleider en het team, door de ouders op het schoolplein en door de kinderen. Een klas die nergens meer op reageert en een leerkracht die steeds gefrustreerder raakt. Waarom doe je de dingen die je doet? Op een gegeven moment raak je het zicht kwijt op het antwoord op deze vraag. Dat is het moment waarop je ‘rock bodem’ raakt. Het moment waarop je voor de keuze staat: ga ik mijzelf toestaan om hieraan onderdoor te gaan of ga ik hulp inschakelen? Ik heb ervoor gekozen om hulp in te schakelen. En dan komt er iemand in de klas die de Bounce methodiek inzet en veranderingen bewerkstelligt. Veranderingen in de sfeer in de klas, veranderingen in de werkhouding. Veranderingen die mij nieuwsgierig maakten naar wat er aan de Bounce methodiek ten grondslag ligt. Ik maak het mee. De klas verandert, stap voor stap. Ik zie de opstandigheid die de methode oproept. Opstandigheid die nodig is om bestaande patronen en denkbeelden in de openheid te brengen en te doorbreken. Ik zie het zelfbewustzijn van kinderen daardoor groeien. Ik zie dat steeds meer kinderen in staat zijn tot zelfsturing. Het enthousiasme groeit.
ALLE BLOGS
Let's connect!

Ook op een andere manier voor de klas?

Heb jij ook het idee dat het anders moet kunnen in jouw klas, maar weet je niet goed hoe? Neem dan contact met ons op. We kijken met je mee, geven je tips en als je wilt, volg je de training 'Basishouding' bij ons.

De hand van een persoon strekt zich uit naar het water